terug


De verhuizing

Steeds weer hadden zijn kinderen het aangeroerd
Alie had dan steeds het woord gevoerd.
"Pa zie nu toch zelf ook in
u staat nu voor een nieuw begin.

Moeder die is er nu niet meer
die mooie tijd die keert niet weer.
Dringt het dan niet tot u door,
heus wij hebben het beste met u voor.

Je bent al niet zo best ter been
en alleen is maar alleen.
Denk toch aan de dag van morgen,
wij kunnen u niet verzorgen.

Dat ging wel even in het begin
maar wij hebben ook ons werk en een gezin.
Dus pa denk er nog eens over na
De papieren liggen hier in de la."

Na lang dralen had hij zich er in berust
en regelden zij voor hem een kamer in “Avondrust”
Een kamer met een bed
En een keukentje waarin men koffie zet .

Van alles moest hij afstand doen
van zijn tuin met buxsushagen strak en groen
van zijn borders vol met bloemen
te veel om op te noemen.

Zijn huis met alle herinneringen
zijn meubeltjes en vele andere dingen
en wat zou hij daar vinden
niets maar dan ook niets dat hem zou binden.

Daar kwam zoon Arie met de bus
die was door Alie aangewezen voor die klus.
Om pa zijn spulletjes te verhuizen
en wat over bleef naar de milieustraat te sluizen.

Haast heel zijn hebben en houwen
zou hij in een vuilcontainer douwen.
Hij onderdrukte een ingehouden snik
en begroette Arie met een knik.

Hij zei toen onverwacht:
"luister Arie ik heb mij toch bedacht.
Een halve eeuw woonde ik hier met je ma,
nu zij er niet meer is willen jullie dat ik ga."

Dan vervolgde hij heel zacht:
"Samen hebben wij jullie hier groot gebracht,
niets hebben jullie hoeven ontberen
en een ieder mocht gaan studeren.

Om jullie dit alles te kunnen geven
was ons niets te veel zo hoort men saam te leven.
Zeg Alie dat ik niet naar Avondrust zal gaan
laat alle spulletjes maar staan.

En zeg Alie dat ik mij wel red
dat ik die verhuizing heb verzet.
Als het zover is dan mogen jullie op komen draven,
want vanuit dit huis wil ik, net als je ma, worden begraven.

Dolf de Jong.




terug